
Het weer zat vandaag opnieuw niet mee. Het was een enorm regenachtige dag, juist op het moment dat we de tuin onder handen wouden nemen. Gelukkig waren we op een beetje slecht weer voorzien en zijn we toch naar buiten getrokken om de verwilderde tuin toegankelijker te maken.

Gewapend met allerlei snoeischaren begonnen we aan ons karwei. Al snel bleek de tuin – letterlijk – geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. We begonnen ons een weg door het dichte struikgewas te banen, waarbij we al snel in aanraking kwamen met de stekelige doorns op ons pad. De focus vandaag lag vooral op het grotendeels openmaken van de oude paden en een verbinding te maken van de vijver tot het tuinhuisje. De grootste planten konden we al richting de bestaande takkenhoop verplaatsen. Aan de vijver creëerden we een open plek waaruit men via een tunnel doorheen de struiken richting het schuurtje kan wandelen.
De serre werd deels ontdaan van de kapotte plastic rondom het stalen kader, de verwilderde moestuin werd omgespit. Samen met het herontdekken van de kweekbakken langs de serre en het openmaken van het deel bij de vijver zagen we meteen heel wat potentieel om een toekomstige rustplek toe te voegen aan de tuin. Het stukje groen aan de rechterzijde van De Pastorie werd ook voor de eerste keer gesnoeid. Hier ontdekten we de boosdoener van het lek in het dak; de kersenboom. Om de privacy met de buurvrouw toch wat te behouden kozen we om vooral het onkruid weg te halen, de grotere struiken lieten we staan.

Iedereen had duidelijk zijn drive gevonden; na tot in de latere uurtjes doorgewerkt te hebben konden we moe maar enthousiast huiswaarts keren.
